Deel 2: Passion: een nieuwe generatie?

Kerkelijke kaart
De VS is het meest godsdienstige land van het westen. Overal in de VS kun je de christelijke identiteit terug vinden. Als je op de eindeloze highways rijdt kom je vaak borden tegen met ‘Jesus saves’. Ongeveer 84 procent van de Amerikanen is religieus georiënteerd. Honderden lokale tv-stations en radio’s verspreiden de boodschap. Vrijwel nergens ontsnap je eraan. Je hoeft je autoradio maar aan te zetten en de kans is groot dat je ineens een strenge stem hoort die je aanmaant God te loven. Amerika telt meer dan 140 denominaties met tenminste 5000 gelovigen. Die 140 is nog maar 10 procent van alle kerken. Er zijn honderden sekten met minder dan honderd aanhangers. Hoe meer afgelegen de streek, hoe vreemder de sekte.

Sociale dienst
Het christelijk geloof is diep gegrondvest in de Amerikaanse cultuur. De VS werd gesticht door religieuze fanaten. De Pilgrim Fathers gingen naar de VS om hun geloofsovertuiging te praktiseren waar dat in Europa niet altijd kon. Ook de immigranten die naar de VS kwamen in de 17e, 18e eeuw namen niet alleen hun godsdienst mee uit Europa, maar ook hun ondernemingsgeest. Ze kwamen naar de nieuwe wereld om een beter bestaan op te bouwen. Deze ondernemingsgeest vind je nog steeds terug in de VS, ook in het geloof. Amerikaanse geestelijken hebben een rotsvast vertrouwen in het kapitalisme. God is hun product en net als de hamburger kun je Hem op veel verschillende manieren aan de man brengen. Massakerken schieten als paddestoelen de grond uit. In Houston, Texas liet pastoor Joel Osteen zelfs een heel overdekt stadium ombouwen tot een kerk met 16.000 zitplaatsen. In de modernste massakerken kun je zo een dag doorbrengen: ze hebben fastfoodrestaurants, cafés, sporthallen, soms vind je in het kerkgebouw zelfs een apotheek en een bank.

In Amerika is een kerk vaak veel meer dan een godshuis. Het is tegelijk een soort sociale dienst, waar vooral arme Amerikanen zwaar op leunen voor financiële steun, eten, kleding, gezondheidszorg en onderwijs. Bij een verhuizing kijken Amerikanen behalve naar een huis en een nette buurt naar de kerken in hun nieuwe woonplaats. Waar in de Europese welvaartsstaat een overheidsdienst uitkomst biedt voor veel problemen, ben je in Amerika op God en liefdadigheid aangewezen. De sociale geborgenheid en aanvullende hulp van de kerk komen heel goed uit. Velen geloven thuis vanaf de bank: voor de televisie. In steden in het midden van Amerika zijn er op zondag parkeerproblemen: zo veel kerkgangers zijn er.
Charles Groenhuijsen stelt in zijn boek 'Amerikanen zijn niet gek': “De meeste Amerikanen zijn in hun geloof heel traditioneel gebleven. Het heeft voor de Nederlandse waarnemer vaak een hoog Staphorstgehalte.” Er is geen ander rijk, ontwikkeld land met zoveel gelovigen. Veel oorspronkelijke Europese bewoners kwamen hier als religieus vluchteling. Het leven was vol gevaar en onzekerheden. Dat heeft vast de hang naar godsdienst versterkt.

Klik hier voor deel 3

Terug